Een beetje verstand heb ik van wijn maar ik heb ook een "slecht geheugen als het om wijn gaat. Ik heb het niet over een Chardonnay van een bepaald château maar over ‘die ene lekkere frisse witte met dat wild zwijn op het etiket ... Gelukkig is Rik wijnkenner en drink ik meestal met hem een glas.
Lekkere wijn is wijn die jij lekker vindt! Maak in je hoofd "wijn is lekker als ik het lekker vind" eigen en is geen enkele drempel bij een proeverij meer te hoog. Want weet jij wat je lekker vindt? Drink je graag rode wijn of witte wijn? Zoet of droog? En vind je een zure wijn lekker of juist niet? Wijnen zijn er in vele verschillende soorten en maten. Dat maakt het juist zo leuk, maar ook een beetje verwarrend. Zo vind ik zelf Chardonnay helemaal niet lekker. Maar als ze dan toevallig nét uit dat ene land komen en van dat ene wijnhuis is, dan weer wel.
Vergeet niet wijn wordt gemaakt om van te genieten, niet om ingewikkeld over te doen!
Een glas roséwijn op een zomers terras of bij een gezellige barbecue: voor velen hét symbool van ontspannen genieten. Het imago van beginnerswijntje heeft de rosé echter allang afgeschud – ook connaisseurs weten hem te waarderen. Wat is rosé precies? Hoe wordt roséwijn gemaakt en waarin verschilt dat van witte of rode wijn? Wordt er ook bij ons rosé geproduceerd? En waarop let je best als je een roséwijn wilt kopen? Hier kom je het te weten.
Wat is roséwijn?
Roséwijn, kortweg rosé, ontleent zijn naam aan het Franse woord voor roze. Afhankelijk van de gebruikte druivensoorten en de productiemethode varieert de kleur van roséwijn van bijna transparant bleekroze over tinten van oranje tot diep aardbeienrood. Ook qua smaak is er een breed spectrum: strak en droog, lichtzoet, fruitig of kruidig, subtiel, vol of krachtig. Bovendien zijn er zowel stille als mousserende roséwijnen. Kortom, net zoals witte of rode wijn is rosé een volwaardig wijntype met specifieke vinificatietechnieken.
Hoe wordt roséwijn gemaakt?
Over die vinificatietechnieken of productiemethoden willen we eerst een misvatting de wereld uit helpen: rosé is doorgaans géén mengsel van witte en rode wijn. Meestal wordt rosé gemaakt van blauwe of rode druiven en krijgt de wijn zijn roze tint door het contact van het sap met de druivenschillen. Grosso modo zijn er drie verschillende methoden om roséwijn te maken.
Korte schilweking (maceratie) - de klassieke methode
Blauwe of rode druiven worden gekneusd en ontsteeld, waarna de wijnmaker het sap enkele uren, maximaal twee dagen, in contact laat met de schillen. Hoe langer de maceratie, hoe donkerder de rosé. Na de maceratie wordt de pulp geperst en volgt de vergisting. Het resultaat: een rosé met intense fruitaroma’s, frisse zuren en lichte tannines.
Saignéemethode - rosé als bijproduct van rode wijn
Saignée komt van het Franse werkwoord saigner, voor ‘bloeden’. Tijdens de productie van rode wijn tapt de wijnmaker aan het begin van de pulpgisting een deel van het sap af dat vervolgens apart verder vergist tot roséwijn. Ook hier bepaalt de duur van het schilcontact de kleur van de wijn. Deze methode levert donkerdere rosés op, met meer body en tannines.
Directe persing - rosé gemaakt zoals witte wijn
Na eventueel kneuzen en ontstelen worden blauwe druiven onmiddellijk geperst, zonder schilweking. Vervolgens wordt het sap vergist. Omdat het contact met de druivenschillen minimaal is, krijg je met deze methode een heel lichtgekleurde, frisse rosé.
Welke methode de wijnmaker kiest, hangt af van de gewenste stijl. Stille rosé kan nog verder worden verwerkt tot mousserende roséwijn.
Lekker bij rosé: zomerse salades, tartaar, kip, zachte kazen (geit, Gouda), vis, mosselen, vers fruit (watermeloen!).